Laadpalen - Privatieve of gemeenschappelijke meter?

Wanneer de mede-eigenaars van VME De List laadpalen willen laten installeren in hun parking, doorlopen we met hen een 4-stappenplan.

Stap 1 - Controleren van de elektrische installatie

Het is belangrijk dat de elektriciteit van de gemeenschappelijke installatie conform is. Als dat niet zo is, mag de installatie niet gebruikt worden voor het laden van elektrische wagens. Als ze wel conform is, kan Fluvius een nieuwe meterkast voor het laadpaalsysteem leveren.

Opgelet: Niet elke leverancier doet zelf een aanvraag bij Fluvius, vaak doet de syndicus dat. Het is uiteraard eenvoudiger dat de leverancier de meterkast aanvraagt. Hij heeft dan meteen de nodige informatie om de werken te plannen.

Voorbeeld van een keuringsverslag:

Stap 2 - Kiezen voor een privatieve of gemeenschappelijk meter

Iedere mede-eigenaar kan - mits toestemming van een algemene vergadering - zelf een laadpaal laten plaatsen op zijn privatieve meter, als deze conform is bevonden. Het voordeel is dat alle kosten meteen aan de private eigenaar worden aangerekend. De nadelen zijn echter dat in de meeste gebouwen het energienet slechts een 5-tal laadpalen kan bedienen en dat de VME geen controle heeft over de kwaliteit van de elektriciteitswerken.

Bij het plaatsen van een gemeenschappelijk systeem heeft de VME wel controle over de kwaliteit van het systeem en de installatie ervan. In dit geval wordt er één gemeenschappelijke meter geplaatst met een capaciteit van 15 à 20 wagens. Er wordt ook een gemeenschappelijke kabel gelegd waarop iedere mede-eigenaar een laadpaal kan aansluiten. Door middel van een ‘laadpas’ wordt het verbruik automatisch verrekend.

Stap 3 - Goedkeuring door de algemene vergadering

De technische, administratieve en financiële regeling van het laadpaalsysteem wordt geagendeerd op de algemene vergadering. We documenteren alles minutieus in het verslag van de vergadering. Zo is iedereen op de hoogte en ontstaan er geen misverstanden tussen mede-eigenaars.

De VME koos in een eerste algemene vergadering voor privatieve meters maar botste al snel op de beperkingen van dat systeem. In een volgende vergadering werd gekozen voor een gemeenschappelijke meter met een ringleiding waar iedereen een privatieve aftakking op kan voorzien.